Instituut van premoderne oorsprong
In zijn boek blijkt Coos Huijsen meer geïnteresseerd in de cultuurhistorische en sociaal-culturele functies van het koningschap dan in de staatsrechtelijke. Huijsen betreurt het dan ook dat veel van de discussies over koningschap en democratie zich meestal alleen maar toespitsen op die staatsrechtelijke kant. Hij vindt dat men hierbij al te gemakkelijk vergeet dat die staatsrechtelijke kant maar één aspect van de verhouding koningschap en democratie belicht.
Huijsen zet in zijn boek uiteen dat de manier waarop de Oranjes en in het bijzonder koningin Beatrix inhoud en vorm hebben gegeven aan het koningschap een wezenlijk onderdeel vormt van het Nederlandse culturele erfgoed. De Oranjemythe, zo schrijft hij, “staat voor de inzet voor vrijheid, verdraagzaamheid en gedeelde verantwoordelijkheid”. Volgens Huijsen functioneert het koningschap in Nederland “als ‘hart van de natie'. Dat wil zeggen dat de inzet van Oranje voor de sociale cohesie van de samenleving, inclusief de zorg voor de integratie van minderheden, een bijzonder belangrijke rol speelt”.
Een andere belangrijke rol van de koningin is haar adviserende functie. Oud-premier Wim Kok wijst erop dat hij “de inhoudelijke inbreng van het staatshoofd in geen geval had willen missen”. Daarom verklaart hij zich ook tegen een uitsluitend ceremonieel koningschap. Kok “vindt dat de premier belang heeft bij een sterke koningin”.
Huijsen ontkent in zijn boek over Beatrix niet dat het koningschap een instituut van premoderne oorsprong is “en dat de erfelijkheid van een ambt tegenwoordig niet voor de hand ligt. Het is niet een systeem waarmee vandaag de dag een nieuwe staat van start zou gaan. Dat zou ook niet kunnen. Het koningschap van de Oranjes is namelijk vóór alles het resultaat van een lange historische ontwikkeling”.
Eigentijds koningschap
Beatrix. De kroon op de republiek is vlot geschreven en leest als een roman. Ook boeiende details ontbreken niet zoals de reden waarom Beatrix bij haar inhuldiging als koningin uiteindelijk toch voor de hermelijnen mantel koos en niet voor een moderner ogend mantelpak.
Concluderend stelt Huijsen dat er in Nederland sprake is “van een geslaagd, eigentijds koningschap, dat aan het begin van de eenentwintigste eeuw een interessante uitgangspositie inneemt”.
De auteur vindt het jammer dat het beleid op het gebied van de public relations weinig professioneel is en dat Beatrix' taakopvatting niet altijd even ontspannen is.
Het aardige van het boek van Coos Huijsen is dat het de discussie over monarchie of republiek verbreedt en verdiept. Mocht Nederland ooit een republiek worden dan zal het bepaald niet eenvoudig zijn een betere president te vinden dan de huidige koningin Beatrix.
Coos Huijsen, Beatrix. De kroon op de republiek , Uitgeverij Balans Amsterdam 2005, 256 pp., € 15,00
Deze recensie verscheen ook op www.zinweb.nl